Weerstandscapaciteit
Weerstandscapaciteit
Het weerstandsvermogen van de gemeente is het vermogen om incidentele financiële risico's op te kunnen vangen en daarmee de gemeentelijke structurele taken te kunnen voortzetten. We bepalen het weerstandsvermogen door de relatie te leggen tussen de weerstandscapaciteit (de middelen die beschikbaar zijn om niet begrote kosten te dekken) en de risico's die we als gemeente lopen en waarvoor op onze balans geen voorzieningen zijn getroffen. Het weerstandsvermogen geeft aan hoe robuust de gemeentelijke begroting is.
In onze Financiële beheersverordening 2023 hebben wij aangegeven wat wij tot onze weerstandscapaciteit rekenen.
De weerstandscapaciteit bestaat uit:
- de reservecapaciteit bestaande uit de vrije ruimte in: de Algemene Reserve (AR), de Reserve Incidentele Opgaven (RIO), de egalisatiereserves (Rioolheffing en Afvalstoffenheffing) en de bestemmingsreserve Verkoop Essent en Gaswinstuitkering;
- de onbenutte belastingcapaciteit;
- een eventueel begrotingsoverschot (alleen bij begroting).
De weerstandscapaciteit bedraagt per 1-1-2030 naar verwachting € 311,4 miljoen. Per ultimo 2024 was de weerstandscapaciteit € 370,8 miljoen. Hieronder is de opbouw weergegeven.
Verwachte stand per 1-1-2030 (x € 1 miljoen) | Incidenteel | Structureel | |
---|---|---|---|
Reservecapaciteit | |||
Algemene reserve (AR) | 44,8 | ||
Reserve Incidentele Opgaven (RIO) | 18,4 | ||
Egalisatiereserves: | |||
- Rioolheffing | 3,0 | ||
- Afvalstoffenheffing | 9,0 | ||
Bestemmingsreserve verkoop Essent en Gaswinstuitkering | 203,8 | ||
Totaal reservecapaciteit | 279,0 | - | |
Onbenutte belastingcapaciteit | |||
Onroerende zaakbelastingen | 32,4 | ||
Rioolheffing | - | ||
Afvalstoffenheffing | - | ||
Totaal onbenutte belastingcapaciteit | - | 32,4 | |
Begrotingsoverschot 2026 | 0,0 | ||
Totaal | 279,0 | 32,4 | 311,4 |
De daling van het weerstandsvermogen van € 59,4 miljoen ten opzichte van de jaarrekening 2024 is met name veroorzaakt door:
- de daling van de vrije ruimte in de bestemmingsreserve verkoop Essent en Gaswinstuitkering als gevolg van de jaarlijkse aanvulling van de reserve Fonds stedelijke ontwikkeling. Deze daling betreft op dit moment slechts de eerste 4 van de in totaal 10 jaren waarvoor is besloten tot aanvulling. (€ 40,0 miljoen);
- inzet van de vrije ruimte in de Reserve Incidentele Opgaven voor incidentele voorstellen uit voorgaande begrotingen (€ 28,6 miljoen);
- de stijging van de onbenutte belastingscapaciteit op onroerende zaakbelastingen (€ 8,2 miljoen).
Risico's
Het totaal van de gekwantificeerde specifieke risico’s bedraagt € 72,3 miljoen en is hieronder samengevat. Bij risico’s waarvoor een minimum- en maximumbedrag is aangegeven, is uitgegaan van het hoogste bedrag. Specifieke risico’s waarvan de kans van optreden pas ná 2026 wordt verwacht, zoals voor het structurele financiële kader jeugdzorg, nemen we nog niet mee in het risicoprofiel. De specifieke risico’s worden in het vervolg van deze paragraaf nader toegelicht.
Ten opzichte van de jaarstukken 2024 is het risicobedrag afgenomen met € 16,9 miljoen. Belangrijkste oorzaak hiervan is mutaties in de volgende grotere risico's:
- afname risico's nieuwe inkoop en ontwikkelingen jeugdhulp (€ 13,3 miljoen);
- afname risico's grondexploitatie (€ 2,4 miljoen);
- vervallen van het risico Ontoereikende SPUK uitkering Sport i.v.m. BTW (€ 1 miljoen).
Indien wij de weerstandscapaciteit van € 311,4 miljoen afzetten tegen de gekwantificeerde risico's van € 72,3 miljoen achten wij het weerstandsvermogen voldoende in relatie tot de aanwezige risico's (ratio: 4,3).
Risico's: (x € 1 miljoen) Risico-klasse: | Incidenteel | Structureel | Totaal | Aantal |
---|---|---|---|---|
1: > € 5 mln. | 60,3 | 6,7 | 67,0 | 3 |
2: > € 1 mln. < € 5 mln. | 1,8 | 3,0 | 4,8 | 3 |
3: < € 1 mln. | 0,4 | 0,2 | 0,5 | 4 |
onbekend | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 14 |
Totaal | 62,4 | 9,9 | 72,3 | 24 |