Algemeen

Financieel Beeld

Financieel meerjarenbeeld

In lijn met de Perspectiefnota 2026 doen we in deze programmabegroting voorstellen om de laatste zaken uit het Akkoord te realiseren en zorgen we voor middelen in onze strategische reserves om de transities in het sociaal en ruimtelijk domein verder vorm te geven. Alle voorstellen die we hiervoor doen zijn terug te vinden in de programma’s en bijlage 2 van de begroting.

De voorstellen die we doen leiden tot een financieel beeld van de Programmabegroting 2026 dat past binnen de kaders van de Perspectiefnota 2026. Onderstaande tabel laat zien hoe de Programmabegroting 2026 en meerjarenraming zich ontwikkelt. Daarbij geldt de bestendige gedragslijn dat de gevolgen van de Septembercirculaire 2025 van het gemeentefonds niet zijn meegenomen.

N = Nadeel, V = Voordeel
(x € 1 miljoen)

Begroting
2026

Begroting
2027

Begroting
2028

Begroting
2029

Uitkomst Programmabegroting 2025

0,0 V

1,9 V

3,6 N

3,6 N

Structurele effecten Jaarrekening 2024

0,9 N

1,0 N

1,0 N

1,0 N

Vertrekpositie Programmabegroting 2026

0,9 N

0,9 V

4,6 N

4,6 N

Herijkingen (zie bijlage 2a)

11,4 V

19,7 V

20,5 V

12,2 V

Uitgangspositie

10,5 V

20,7 V

15,9 V

7,6 V

Beleidsvoorstellen (zie bijlage 2b en 2c)

- Structureel

3,9 N

4,9 N

6,8 N

11,1 N

- Incidenteel

10,4 N

15,9 N

5,0 N

0,2 N

Beeld incl. nieuw beleid

3,9 N

0,1 N

4,1 V

3,7 N

Ruimtescheppende maatregelen (zie bijlage 2d)

1,3 V

1,5 V

1,6 V

2,7 V

Mutatie RIO

2,6 V

1,4 N

Financieel beeld Programmabegroting 2026-2029

0,0

0,0

5,7 V

1,1 N

In bijlage 2a t/m 2d is een overzicht van de diverse begrotingsvoorstellen opgenomen. Bij de programma's worden ze specifiek toegelicht. De belangrijkste posten lichten we hieronder toe:

Herijkingen
De grootste herijkingen uit de Programmabegroting 2026 zijn:

  • Gemeentefonds (20,0 V) : In de Meicirculaire 2025 zijn extra middelen ontvangen voor:
    • Compensatie tekorten jeugdzorg (13,9 V aflopend naar 6,4 V vanaf 2028)
    • Demping van de terugval van het gemeentefonds (6,0 V)
  • Regionale Jeugdzorg (12,2 N exclusief indexatie): De budgetten voor kosten jeugdhulp worden bijgesteld o.b.v. het Tilburgse aandeel in de regiobegroting. De begroting Hart van Brabant 2026 vraagt een bijstelling van de Tilburgse begroting op het onderdeel jeugd van € 16,4 miljoen. Dit bedrag bestaat voor € 12,2 miljoen uit de gewijzigde regiobegroting jeugd 2025 en voor € 4,2 miljoen uit indexatie van naar prijspeil 2026.
  • Rentelasten (3,5 V): De rentelasten van aan te trekken leningen zijn naar beneden bijgesteld. Dit voordeel komt vooral doordat in 2024 aanzienlijk minder externe financiering is aangetrokken door achterblijvende investeringen, lagere uitgaven ten laste van reserves en hogere ontvangsten van subsidies en specifieke uitkeringen in dat jaar. Omdat we nog steeds uitgaan van een oplopende leningenportefeuille slaat het voordeel in de nieuwe jaarschijf 2029 om in een nadeel.
  • Kortingen Jeugdzorg (0,0): Aanvullend op de besparingen uit de hervormingsagenda Jeugd zijn in de Meicirculaire 2025 voor een totaalbedrag van € 11,8 miljoen kortingen op het budget Jeugdzorg opgenomen in verband met de eigen bijdrage Jeugdzorg, het Beperken van de trajectduur jeugdzorg en het indexeren van de opbrengst van de hervormingsagenda. De verwachting is dat deze kortingen voor gemeenten budgettair neutraal uitpakken en dat het Rijk gemeenten ook vanaf 2028 van voldoende middelen voorziet om de jeugdzorg uit te kunnen voeren. Om die reden is voor de drie toegepaste kortingen een stelpost van in totaal € 11,8 miljoen in de begroting opgenomen. Daarmee is het budgettaire effect van de kortingen op € 0 gezet.

Beleidsvoorstellen exploitatiebudget:
De beleidsvoorstellen bestaan vooral uit:

  • Structurele intensiveringen in de stad waaronder het reserveren van kapitaallasten voor investeringen in de stedelijke ontwikkeling, versterking van de sociale basis, verstevigen van de pedagogische basis en ondersteuningsstructuur onderwijs, realisatie van volwaardige wijkzorgteams, jongerenparticipatie, investeringen vanuit de ontsnipperingskaart, realisatie en beheer van toiletvoorzieningen, verduurzaming van het gemeentelijk vastgoed en de avondbeleving Stadsforum.
  • Het in 2026 en 2027 borgen van incidenteel gedekt beleid voor onder andere de economische strategie, evenementen, gebiedsgericht werken, binnenstadsmanagement, buurtontmoetingsplekken, versterking van culturele basisinstellingen, mentale gezondheid, cultuurcoaches en betrouwbare overheid.
  • Incidentele middelen voor het schoolontbijt, verkenning van de aanpak weerbare samenleving en onderzoeken naar een multifunctionele indoorhal en cultuurpodium Witzy.

Mutatie RIO
In de begroting zijn incidentele voorstellen opgenomen, die grotendeels worden gedekt uit de ruimte in de jaarschijven. Het restant wordt gedekt vanuit de reserve incidentele opgaven (RIO).

Ontwikkeling Fondsen
In het Akkoord "Meer voor elkaar" zijn afspraken gemaakt over de vorming en voeding van diverse fondsen/reserves. Onderstaande tabel laat voor een aantal relevante reserves zien hoe deze reserves zich meerjarig ontwikkelen. Voor een specificatie van deze reserves en alle overige reserves verwijzen wij naar de bijlage "Bestedingsplannen Reserves en Voorzieningen".

In deze begroting doen we in lijn met de Perspectiefnota 2026 voorstellen om de strategische reserve Fonds stedelijke ontwikkeling meerjarig op het niveau te brengen om de opgaven in de stedelijke ontwikkeling uit te kunnen voeren.

 Naam reserve
(afgeronde bedragen x € 1.000)

1-1-2026

Mutaties 2026

31-12-2026

31-12-2027

31-12-2028

31-12-2029

Fonds Stedelijke ontwikkeling

    69.900

-32.200

37.700

13.600

13.400

18.400

Investeringsfonds Sociaal Domein

15.000

5.800

9.200

5.900

3.600

3.600

Investeringsfonds Klimaat

31.400

12.700

18.700

16.400

14.500

13.600

Fonds Talentontwikkeling

2.900

-800

2.100

900

400

100

Fonds Preventie, Gezondheid en Kansengelijkheid

2.600

-2.300

300

Topsportfonds

900

-400

500

500

600

500

Transitiefonds Wijkgericht werken en inwonersparticipatie

3.000

-700

2.300

3.100

3.600

Versterking Levendige Democratie

1.700

-900

800

Digitalisering en Klantgedreven Dienstverlening

2.400

-1.400

1.000

200

0

Crisisherstelfonds

5.700

-500

5.200

 

Welkom in Tilburg

11.900

-5.400

6.500

3.400

400

100

Ontwikkeling financiële positie
Voor een houdbare financiële positie is het van belang om meerjarig en in samenhang naar de ontwikkeling van de financiële kengetallen te kijken. Onderstaande tabel geeft aan de hand van de kengetallen uit de nota Financiële positie inzicht in de ontwikkeling van de financiële positie van de gemeente. De kleuren geven daarbij aan in welke risicocategorie het kengetal zich conform nota Financiële positie bevindt.

De ervaring is dat prognoses in de tijd gedeeltelijk naar latere jaren verschuiven. Daardoor wijken de gerealiseerde kengetallen aan het einde van het jaar af van de prognoses. Desondanks zijn onderstaande kengetallen op basis van het huidige ambitieniveau het toekomstbeeld van de gemeente.

Verloop kengetallen

2022 (R)

2023 (R)

2024 (R)

2025 (B*)

2026 (B)

2027 (B)

2028 (B)

2029 (B)

Structurele exploitatieruimte

3,3%

2,3%

1,7%

2,6%

2,5%

1,6%

0,9%

0,0%

Belastingcapaciteit

77%

72%

73%

74%

74%

76%

79%

82%

Netto schuldquote

26%

29%

36%

49%

72%

88%

97%

108%

Netto schuldquote gecorrigeerd

22%

26%

33%

46%

69%

85%

95%

106%

Rentelasten

1,3

3,4

4,1

5,3

9,9

14,6

19,3

24,2

EMU-saldo

-51,3 

 -47,8 

 -97,6 

 -196,5 

 -252,8 

 -195,8 

 -126,0 

 -94,0 

Ruimte kasgeldlimiet

55,6 

 38,6 

 35,1 

 39,8 

 38,1 

 36,3 

 36,1 

 34,9 

Ruimte renterisiconorm

189,8 

 231,0 

 220,8 

 255,4 

 241,9 

 229,7 

 253,3 

 219,5 

Kapitaallastenratio

5%

5%

5%

5%

6%

7%

8%

10%

Grondexploitatie

3%

3%

3%

3%

4%

4%

3%

4%

Solvabiliteitsratio

64%

62%

58%

50%

41%

36%

33%

31%

Weerstandsratio

2,9 

 4,7 

 4,8 

 4,2 

 4,8 

 4,6 

 4,5 

 4,3 

   (groen = laag risico, geel = gemiddeld risico, rood = hoog risico)                B = Begroot, R = Realisatie
* obv bijgestelde begroting

Beschouwing financiële positie
Tilburg investeert in de ontwikkeling van stad en dorpen. De investeringen die dit vraagt, moeten op de langere termijn bijdragen aan de groei en het verdienvermogen van de stad. Hierdoor moeten we ook in de toekomst in staat zijn om welvaart en welzijn te genereren en een duurzaam financieel gezonde financiële huishouding te houden.

We doen dit vanuit een financiële positie die op dit moment nog altijd stevig is. De begroting is tot en met 2028 structureel sluitend, de belastingruimte groot en schulden en kapitaallasten zijn laag. Dat betekent dat Tilburg relatief snel kan inspelen op actuele ontwikkelingen en baten en lasten relatief eenvoudig kan afstemmen op veranderende opgaven. De financiële wendbaarheid is kortom groot. Ook landelijk gezien vallen wij in de categorie van minst risicovolle gemeenten.

Als we verder vooruitkijken blijft het financieel kader vanuit het Rijk onzeker. De compensatie die gemeenten via de Meicirculaire 2025 ontvangen helpt om de eerste jaren te komen tot een sluitende begroting. Vanaf 2028 blijven de zorgen over de financiële toekomst echter groot en zijn de middelen die gemeenten vanuit het Rijk ontvangen ontoereikend om belangrijke gemeentelijke taken op het gebied van o.a. woningbouw, klimaat, energietransitie en de zorg op een goede manier en structureel uit te kunnen voeren. Daarbij vertrouwen wij erop dat het Rijk met een oplossing komt voor de onbalans tussen taken en middelen.

Meerjarig zien we ook dat investeringen in de stad ervoor zorgen dat de schulden en rentelasten oplopen en kapitaallasten een groter aandeel van de totale lasten gaan uitmaken. Dit zorgt ervoor dat een groter deel van de gemeentelijke inkomsten nodig is om rente en aflossing te kunnen betalen. Daardoor zijn minder middelen beschikbaar voor overige uitgaven. Dit betekent ook dat een groter deel van de totale gemeentelijke lasten vastligt, waardoor de wendbaarheid van de begroting afneemt. Als laatste zorgt een grotere leningenportefeuille ervoor dat de begroting gevoeliger wordt voor renteschommelingen. Het renterisico neemt dus toe.  

Als we kijken naar de weerbaarheid van de financiële huishouding, zien we dat de solvabiliteit en het weerstandsvermogen op dit moment ruim voldoende zijn. Voor de solvabiliteit zien we meerjarig een dalende trend die het gevolg is van dalende reserves en oplopende schulden. De solvabiliteitsratio verschuift hierdoor van laag risico naar gemiddeld risico.  

De geprognosticeerde ontwikkeling van kengetallen vraagt om een zorgvuldige afweging bij toekomstige (grote) investeringskeuzes, waarbij het effect op de langetermijn financiële positie betrokken moet worden.  

Deze pagina is gebouwd op 10/09/2025 13:33:14 met de export van 10/09/2025 13:26:39