Paragrafen

Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Financiële kengetallen BBV

Onderstaande kengetallen geven in samenhang informatie over de financiële positie van de gemeente. Het BBV geeft geen landelijke normering voor de kengetallen. De kengetallen zijn een weerspiegeling van het gevoerde beleid binnen een gemeente. De kengetallen moeten zodoende in samenhang worden beoordeeld, wat ook de onderlinge vergelijkbaarheid met andere gemeenten bemoeilijkt.

Verloop kengetallen

Realisatie
2024

Prognose
2025

Prognose 2026

Prognose
2027

Prognose
2028

Prognose 2029

Netto schuldquote

36%

49%

72%

88%

97%

108%

Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen

33%

46%

69%

85%

95%

106%

Solvabiliteitsratio

58%

50%

41%

36%

33%

31%

Structurele exploitatieruimte

1,7%

2,6%

2,5%

1,6%

0,9%

0,0%

Grondexploitatie

2,9%

2,9%

4,1%

3,5%

2,6%

4,3%

Belastingcapaciteit

73%

74%

74%

76%

79%

82%

Risico-classificatie:

Laag

Midden

Hoog

Beschouwing
Voor de beoordeling van de financiële positie is het belangrijk dat zowel naar de balanspositie als naar de exploitatie wordt gekeken. De kengetallen netto schuldquote en netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen, solvabiliteitsratio en grondexploitatie hebben betrekking op de balans. De kengetallen structurele exploitatieruimte en belastingcapaciteit laten zien of we over voldoende structurele baten beschikken en welke mogelijkheid we hebben om de structurele baten op korte termijn te vergroten.

Op basis van deze zes kengetallen concluderen we dat onze financiële positie stevig is. Ook landelijk gezien vallen wij in de categorie van minst risicovolle gemeenten.
In de nota Financiële positie gemeente Tilburg 2023 hebben wij met uw raad afgesproken om signaalwaarden te koppelen aan de BBV-kengetallen en deze uit te drukken in de risico-classificatie laag-midden-hoog. Deze risico-classificatie is door middel van kleuren in de tabel geïntegreerd.

Onze financieringsstructuur is zodanig dat we veel met eigen vermogen hebben gefinancieerd en daardoor weinig schulden hebben. We beschikken dan ook over een gezonde financieringspositie.
Hoe hoger de solvabiliteitsratio, hoe groter de weerbaarheid. Doorrekening van ons huidige ambitieniveau in combinatie met het geprognosticeerde moment van realisatie laat een flinke daling zien van de solvabiliteitsratio van 58% in 2024 aflopend naar 31% in 2029.
De dalende solvabiliteitsratio betekent dat de verhouding tussen ons eigen vermogen (reserves) en vreemd vermogen (schulden) wijzigt door een toename van het vreemd vermogen ten opzicht van ons eigen vermogen. Eén van de oorzaken is de inzet van onze reserves voor nieuwe uitgaven. Zo zien we in deze begroting het voorstel om jaarlijks € 10 miljoen uit de Bestemmingsreserve Verkoop Essent en Gaswinstuitkering te onttrekken ten gunste van de reserve Fonds Stedelijke Ontwikkeling om bij te dragen aan de stedelijke ontwikkeling in Tilburg. Volgens de perspectiefnota voor de duur van 10 jaren. Op het moment dat eigen vermogen wordt ingezet voor uitgaven, betekent dit doorgaans dat er externe leningen moeten worden aangetrokken om de uitgaven te kunnen doen. Hierdoor stijgt je vreemd vermogen (schulden) en daalt je eigen vermogen (reserves) wat tot een daling van de solvabiliteitsratio leidt.

In lijn met een dalende solvabiliteitsratio stijgt de netto schuldquote oplopend van 36% in 2024 naar 108% in 2029. Dat betekent dat de netto inkomsten van 2029 onvoldoende zijn om onze openstaande schuld in één keer af te lossen. De oplopende schuldquote wordt met name veroorzaakt door een toename aan investeringen en inzet van reserves over de komende jaren.

Ondanks de ervaring dat de prognoses in de tijd gedeeltelijk naar latere jaren verschuiven, waardoor de kengetallen aan het einde van het jaar op basis van werkelijke realisatie afwijken van deze geprognosticeerde kengetallen, zijn bovenstaande kengetallen op basis van het huidige ambitieniveau wel het toekomstbeeld van onze gemeente.

Voor de beoordeling van de financiële positie is het ook van belang te kijken naar de structurele baten en structurele lasten. Structurele baten zijn bijvoorbeeld de algemene uitkering en de opbrengst OZB. Een negatief percentage bij de structurele exploitatieruimte betekent dat onze structurele baten niet toereikend zijn om de structurele lasten (waaronder de rente en aflossing van leningen) te dekken. Een positief percentage betekent dat we structureel niet meer uitgeven dan wat er structureel binnenkomt.
Als uitgangspunt voor een gezond duurzaam financieel beleid geldt dan ook dat er structureel niet meer geld wordt uitgegeven dan dat er binnenkomt. We zien dat onze structurele exploitatieruimte op grond van onze huidige prognoses over de komende jaren tot en met 2028 positief is. In 2029 is onze structurele exploitatie met 0,0% nog net in evenwicht. De daling van de structurele exploitatieruimte moet in samenhang worden gezien met de discussie over de financiële verhouding met het Rijk.

Onze grondpositie, hier gedefinieerd als de waarde van de grond ten opzichte van onze baten, is met 4,1% in 2026 beperkt, waardoor we ook een beperkt risico lopen.

De belastingcapaciteit geeft de mate aan waarin de lokale lasten, en hiermee de gemeentelijke baten, eventueel kunnen worden verhoogd om financiële tegenvallers op te kunnen vangen of om ruimte voor nieuw beleid te creëren. Onze woonlasten van meerpersoonshuishoudens bedragen in 2026 74% van het landelijk gemiddelde over 2025*. Ten opzichte van het landelijk gemiddelde over 2025 hebben we dus nog voldoende ruimte om de woonlasten te verhogen.
(* De Tilburgse woonlasten 2026 worden conform BBV afgezet tegen het landelijke gemiddelde over 2025 (T-1)).

Deze pagina is gebouwd op 10/09/2025 13:33:14 met de export van 10/09/2025 13:26:39