Specifieke risico's
Specifieke risico's | Kans van optreden | Incidenteel | Bedrag | Status | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
INCLUSIEVE STAD | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Sociaal en veerkrachtig | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1. | Gemeentelijk minimabeleid | Midden | S | Onbekend | Ongewijzigd | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Belangrijk uitgangspunt van het beleid Bestaanszekerheid is het streven om het bereik én gebruik van de regelingen die hier onder vallen te optimaliseren. Wanneer we hierin slagen, of wanneer het aantal huishoudens met een minimum inkomen in de gemeente stijgt, dan bestaat het risico van toenemende kosten omdat meer huishoudens gebruik maken van de inkomensondersteunende maatregelen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2. | Slechte bodemgesteldheid sportvelden | Midden | I | Onbekend | Ongewijzigd | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Er is een reëel risico ten aanzien van de waterdoorlatendheid en bodemgesteldheid van bestaande kunstgrasvelden naar aanleiding van ervaringen met vervanging van de toplaag bij SV Reeshof. Bij vervanging van een toplaag wordt de onderlaag gekeurd. Bij SV Reeshof zijn in 2018 een lage waterdoorlatendheid en verhoogde waarden van zink en PCB's geconstateerd in het onderbouwzand (onderlaag). In de laag daaronder (cunetbodem) niet. De oorzaak van beide constateringen is niet vast komen te staan. Het is echter mogelijk dat deze problemen zich op meerdere plekken kunnen gaan voordoen, met extra kosten tot gevolg. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3. | Gebruik polymetrische infill | Midden | I en S | Onbekend | Ongewijzigd | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Op 6 april 2020 heeft uw raad besloten te investeren in extra noodzakelijke maatregelen om de verspreiding van polymerische infill (o.a. rubber en TPE) naar de omgeving van kunstgrasvelden te beperken en de eventuele verontreiniging van het milieu tegen te gaan. Zodoende wordt voldaan aan de zorgplicht. Hiermee is dit onderwerp echter nog niet van tafel. Op Europees niveau wordt de inkoop en verkoop van polymerische infill met ingang van 2031 niet langer toegestaan. Het gebruik van kunstgrasvelden met polymerische infill blijft wel toegestaan. Vervanging van de bestaande velden met rubber- en TPE korrels door velden met mineraal infill materiaal is duurder dan voorheen. In sommige gevallen moet dan ook de onderlaag van de velden worden vervangen. De kosten hiervan zijn naar schatting € 400.000. De bespeelbaarheid van kunstgras is 2,3 keer zo hoog als die van een natuurgrasvoetbalveld. Voor de amateursport is het gebruik van kunstgrasvelden dan ook noodzakelijk. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Passende ondersteuning: WMO | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
4. | Nieuwe inkoop en ontwikkelingen Beschermd Wonen | Midden | S | 1.500 | Gewijzigd | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Wmo is een wet met een open einde. In de praktijk betekent dit dat het financieel risico, voor wat betreft de uitvoering van deze wettelijke taak, voor 100% bij gemeenten ligt. Om dit financiële risico zoveel als mogelijk te beperken vindt in de nieuwe inkoop Wmo, die vanaf 1 januari 2023 is in gegaan, de bekostiging van Wmo taakgericht plaats via een lumpsumbedrag aan een consortium van gecontracteerde aanbieders. In 2024 constateren we een absolute groei (+35) van het gemiddelde cliëntvolume Beschermd wonen. Na analyse is gebleken dat de openstelling van enkele gemengd wonen locaties heeft geleid tot deze toename. Met het openen van meerdere gemengd wonen locaties bestaat het risico op een verdere groei van het volume. Tevens is bekend dat een aantal landelijke en maatschappelijke ontwikkelingen zoals de uitkleding van de GGZ, een steeds meer (over)vragende maatschappij en het woningentekort druk veroorzaakt op het uitgangspunt instroom = uitstroom en daarmee het cliëntenvolume BW. De integratie-uitkering Beschermd Wonen is in 2025 door het Rijk geïndexeerd voor de loon- en prijsontwikkeling met € 3,4 miljoen. In de septembercirculaire 2024 heeft het rijk het volume structureel gecompenseerd met circa € 0,5 miljoen. Een jaarlijkse bijstelling voor de volume-ontwikkeling van deze uitkering is nog niet bekend en brengt een financieel risico met zich mee. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
5. | Nieuwe inkoop en ontwikkelingen Begeleiding en Dagopvang | Midden | S | 1.500 | Gewijzigd | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Wmo is een wet met een open einde. In de praktijk betekent dit dat het financieel risico, voor wat betreft de uitvoering van deze wettelijke taak, voor 100% bij gemeenten ligt. Om dit financiële risico zoveel als mogelijk te beperken vindt in de nieuwe inkoop Wmo, die vanaf 1 januari 2023 is in gegaan, de bekostiging van Wmo plaats taakgericht via een lumpsumbedrag aan een consortium van gecontracteerde aanbieders. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
6. | Transformatieopgave | Midden | S | Onbekend | Ongewijzigd | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De nieuwe inkoop hangt samen met een tweejarige transformatieopgave in het zorglandschap tot en met 2024. Voor deze transformatie is incidenteel een bedrag van € 5 miljoen beschikbaar gesteld aan SIEM om de noodzakelijke veranderingen door te voeren voor begeleiding, dagopvang en beschermd wonen. Na het eerste jaar blijkt dat het veranderproces van het regionale zorglandschap zich moeilijk laat voorspellen. Dit omdat nog nergens in Nederland goede voorbeelden van vergelijkbare veranderingen voorhanden zijn. We verwachten, met Siem, dat we ook in 2026 nog met die transformatie bezig zullen zijn. Vooral het proces met de onderaannemers vraagt nog veel tijd en aandacht. In de komende periode is er veel aandacht voor de verder digitale ondersteuning van het werken met het ondersteuningsplan. Het transformatiebudget voor Siem is bij de Tussenrapportage 2024/Programmabegroting 2025 eenmalig verhoogd met € 3,51 miljoen zodat het transformatietraject met zorgvuldigheid en een goed resultaat kan worden voltooid. Het risico bestaat dat de transformatie toch nog meer tijd vraagt dan vooraf ingeschat met mogelijk hogere en onvoorziene kosten tot gevolg. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
7. | Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) | Midden | S | Onbekend | Ongewijzigd | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De AMvB reële prijzen Jeugdwet -sinds 1 juli 2024 van kracht- helpt gemeenten en aanbieders om bij het opstellen van een contract tot een reële prijs te komen. De AMvB bepaalt de kostprijselementen die gemeenten minimaal moeten betrekken bij het bepalen van hun prijs. De AMvB kan een kosten opdrijvend effect hebben, omdat zowel zorg- als uitvoeringslasten kunnen toenemen. Hiermee loopt de gemeente een financieel risico. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Passende ondersteuning: Jeugdhulp | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
8. | Nieuwe inkoop en ontwikkelingen Jeugdhulp | Hoog | S | 6.700 | Gewijzigd | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Vanaf 2023 kopen we de jeugdzorg in op basis van segmentensystematiek. Voor de segmenten 1 (hoog specialistische jeugdhulp) en 5 (crisishulp) zijn afspraken gemaakt met Crossroads (Verder CR) voor een lumpsumfinanciering. Bij de overige 3 segmenten (wonen, dagbegeleiding en veelvoorkomende hulp) wordt een productiebekostiging (PxQ) toegepast. Deze variatie in financieringsmethoden brengt risico’s met zich mee. Er wordt een bandbreedte toegepast in segment 1. Dit houdt in dat het aandeel van de lumpsum dat de gemeente Tilburg betaalt, alleen wordt bijgesteld als de aantallen cliënten met meer dan 5% dalen of stijgen. Een lichte daling van < 5% van het aantal cliënten in segment 1 zullen we financieel niet direct terugzien. In de segmenten 2, 3 en 4, die op basis van productiebekostiging worden gefinancierd, zie je ontwikkelingen wel direct financieel terug. Deze ontwikkelingen kunnen betrekking hebben op de prijs. Binnen de veelvoorkomende hulp valt een divers aanbod van hulp, waar verschillende kostenplaatjes aan verbonden zijn. Hier is geen vaste prijsafspraak per cliënt. Daarnaast kunnen ook volumeontwikkelingen plaatsvinden. In de regionale begroting Jeugdhulp 2026 is (t.o.v. 2025) rekening gehouden met een taakstelling van € 8,0 miljoen op segment 1. Het Tilburgse aandeel in segment 1 is 51,45%. Er wordt rekening gehouden dat de aan CR opgedragen interventies enigszins zullen renderen gedurende 2026. Onderhandeling over de definitieve lumpsum 2026 moet nog plaatsvinden in het najaar 2026. In het sociaal domein zetten we de komende jaren in op preventie en op de beweging naar minder (lange) individuele ondersteuning en meer ervaren ondersteuning in het samenleven met elkaar. We vertalen die praktisch in de beweging van individuele gespecialiseerde zorg naar laagdrempelige en vaker collectieve ondersteuning en zorg vanuit vaste wijkzorgteams, in beleidsjargon: “Stevige Lokale Teams” (SLT’s). We willen het huidige, vooral op het individu gerichte ondersteuningsdenken en -aanbod ombuigen naar preventie en alternatieve vormen van ondersteuning; laagdrempelig en nabij, zonder complexe indicatiestelling en wachtlijsten. De financiële vertaling van deze beweging maken we door, met ingang van het begrotingsjaar 2026, een start te maken met de uitbouw van de wijkzorgteams, mede in nauwe samenhang met versterking van de zorgstructuur in- en aan het onderwijs (pedagogische basis) en het versterken van de sociale basis. Tegenover de investeringen staat een actieve inzet om de kosten in de gespecialiseerde individuele zorg (Jeugd/Wmo) om te buigen. In de (meerjaren)begroting 2026 hebben we daartoe een taakstelling op de budgetten voor de Jeugdhulp opgenomen van € 1,2 miljoen in 2026 oplopend naar € 2,6 miljoen vanaf 2029. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
9. | Compensatie Jeugdhulp | Midden | S | 0 | Nieuw | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
In de Voorjaarsnota heeft het rijk een eerste tussenstap gezet in de opvolging van het zwaarwegende advies van de deskundigencommissie Van Ark met betrekking tot de kosten die gemeenten maken voor jeugdhulp. Aansluitend zijn afspraken gemaakt over de opvolging van een resterend deel van het advies, waarbij gemeenten met terugwerkende kracht worden gecompenseerd voor 50% van de extra gemaakte kosten voor 2023 en 2024 én een nieuwe deskundigencommissie welke begin 2027 terugkijkt op de jaren 2025 en 2026 en inschatting maakt van de jaren van 2027 en verder. Voor dit laatste aspect is in deze begroting vanaf 2028 een stelpost van € 5,8 miljoen opgenomen, omdat we erop vertrouwen dat het rijk zich aan de gemaakte afspraken houdt. Desondanks zijn wij ons bewust van de financiële risico’s als dit onverhoopt niet gebeurt. Voor dit toekomstige risico hebben we geen bedrag opgenomen, omdat het risico zich op zijn vroegst pas in 2028 zal voordoen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Fysieke basiskwaliteit | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
10. | Personele capaciteitsproblemen netbeheerder Enexis | Hoog | S | Onbekend | Ongewijzigd | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Personele capaciteitsproblemen bij netbeheerder Enexis rondom voorbereiding en uitvoering van reconstructiewerkzaamheden kunnen voor grote vertraging in onze projecten zorgen. Met het maken van andere keuzes, zoals loslaten van de graafrust, het maken van een ander, mogelijk duurder ontwerp en het kiezen tussen ambities proberen we het risico te beperken. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
11. | Kostenstijging NS fietsenstallingen | Hoog | S | 150 | Ongewijzigd | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De NS heeft (eenzijdig) aangekondigd een kostenstijging van 30% (€ 150.000) door te willen voeren op de beheerde fietsenstallingen bij het spoor. Dit in verband met een verdubbeling van de personele bezetting in het kader van veiligheid. We onderzoeken in hoeverre dit contractureel mogelijk is. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
12. | Stadsforum fase 2 | Hoog | I | 200 | Ongewijzigd | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
In september 2024 is het project aanleg Stadsforum fase 2 opgeleverd. Echter zijn er beschadigingen in het aangelegde wegdek aangetroffen waarvan de oorzaak momenteel nader onderzocht wordt. Dit zal ertoe leiden dat het wegdek gerepareerd moet worden. Afhankelijk van de bevindingen van het onafhankelijk onderzoek, kan dit leiden tot aanvullende kosten voor zowel de aannemer als de gemeente. Op dit moment wordt het schadebedrag voor de gemeente ingeschat op € 200.000. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Aantrekkelijke leefomgeving | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
13. | Invoering Omgevingswet en Wet kwaliteitsborging bouwen | Hoog | I | Onbekend | Gewijzigd | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging bouw zijn per 1 januari 2024 in werking getreden. Vanaf dat moment krijgen we als gemeente tot in ieder geval 2032 de tijd om ‘Omgevingswetproof’ te zijn. Deze transitie wordt ervaren als de vierde grote decentralisatie vanuit het Rijk. De Omgevingswet zet de leefomgeving centraal en stimuleert dat afwegingen zoveel mogelijk decentraal gemaakt worden en zichtbaar worden in de Omgevingsvisie en het Omgevingsplan en dat doelen en initiatieven vanuit een samenhangende keten worden afgehandeld. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
14. | Herijking MJOP kan leiden tot hogere kosten onderhoud | Midden | S | Onbekend | Gewijzigd | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De laatste grote herijking van het MJOP was in 2018. Vanaf najaar 2024 tot halverwege 2025 hebben NEN 2767 inspecties plaatsgevonden, waarna van elk pand een rapportage is gemaakt. De uitkomsten van de rapportages worden verwerkt in het MJOP. We verwachten vanaf voorjaar 2026 weer over een volledig geactualiseerd MJOP te beschikken. Op dat moment zal ook duidelijk zijn of de structurele onderhoudslasten hoger uitvallen of niet. In programmabegroting 2026 zijn extra structurele middelen opgenomen om dit risico te ondervangen. De kans van optreden is daarmee verkleind, maar komend jaar moet blijken of het daadwerkelijk voldoende is. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
15. | Bestemmingsplan Oude Stad Zuidwest | Midden | I | Onbekend | Ongewijzigd | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bij de vaststelling van het bestemmingsplan Oude Stad Zuidwest 2016 is een al bestaande detailhandelsbestemming wegbestemd. Dit was niet de bedoeling en er is inmiddels voorgesteld het omgevingsplan hiervoor te repareren. Niet tijdig repareren geeft het risico op uitbetaling van planschade. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Economie, cultuur en evenementen | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
16. | Gate 2 | Midden | I | 0 - 1.769 | Ongewijzigd | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Voor de vastgoedontwikkeling Aerospace Maintenance Park heeft Gate2 Vastgoed BV (100% dochter van Gate2 BV) een leningsovereenkomst met de gemeente Tilburg van € 5.523.332 waarop jaarlijks wordt afgelost. Hiervan is € 3.423.332 ter beschikking gesteld door de provincie Noord-Brabant vanuit de subsidieregeling Samen Investeren middels een lening aan de gemeente Tilburg. Overeengekomen is dat beide partijen ieder zelf het risico van mogelijke oninbaarheid van de resterende leningsom dragen. Het openstaande leningsdeel waarover de gemeente Tilburg risico loopt bedraagt € 1.768.711. Tot op heden loopt de aflossing op de lening in lijn met de actuele aflossingsafspraken. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ruimte voor wonen, werken en mobiliteit | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
17. | Specifieke risico's grondexploitatie | Midden | I | 37.187 | Gewijzigd | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Binnen de grondexploitatie spelen veel risico's. De omvang hiervan wordt bepaald met behulp van de Risman-methode. Wij berekenen het totale risico over alle grondexploitaties op een bedrag van € 37,2 miljoen. Dit bedrag is beschikbaar in de Reserve Risico's Grondexploitaties. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
18. | Kernwinkelgebied | Midden | I | 175 | Ongewijzigd | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Het kernwinkelgebied maakt geen onderdeel uit van de grondexploitatie. Het betreft een groot en complex project met tussentijdse scopewijzigingen. Het project is momenteel in de afrondende fase. Het actuele risico heeft betrekking op mogelijke hogere plankosten en vergoeding voor mogelijke schade als gevolg van de realisatie van de woontoren op het Pieter Vreedeplein. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
19. | Stikstofaanpak | Hoog | I | Onbekend | Gewijzigd | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De landelijke stikstofproblematiek wordt een steeds groter aandachtspunt bij uit te geven vergunningen en voorgenomen ontwikkelingen. Sinds de gerechtelijke uitspraken in december 2024 is een groter deel van plannen en projecten vanwege stikstof natuurvergunningsplichtig. De Provincie hanteert echter een vergunningenstop. Er is geen zicht op wanneer de Provincie deze vergunningen weer wil gaan verstrekken. Tot op heden heeft dit niet tot stilstand van projecten geleidt. We wachten op landelijke ontwikkelingen en nog op te stellen provinciaal beleid en blijven in verbinding met de landelijke en provinciale overheden voor de oplossing van deze problematiek. Lokaal zoeken we naar oplossingen om projecten toch doorgang te kunnen laten vinden. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bestuur en samenwerking | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
20. | Rekenrente pensioenrechten (voormalig) wethouders | Hoog | I | Onbekend | Ongewijzigd | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Om de hoogte van de voorziening voormalig bestuur te bepalen worden jaarlijks waardeberekeningen inzake pensioenrechten en wachtgeld van (voormalige) wethouders opgemaakt. Voor deze berekening wordt een voorgeschreven rekenrente gehanteerd, te weten de geldende rente uit de door De Nederlandsche Bank gepubliceerde rente voor verplichtingen met een looptijd van 25 jaar per 1 oktober. Als deze rente daalt dan moet de voorziening worden aangevuld ten laste van het resultaat, bij een rentestijging kunnen middelen vrijvallen. Bij de jaarrekening berekenen we de financiële consequenties op basis van het dan definitief bekend geworden rentepercentage. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Financiering en algemene dekkingsmiddelen | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
21. | Rente aan te trekken leningen | Midden | S | Onbekend | Gewijzigd | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Met name door een hoog investeringsniveau en dekking van kosten vanuit reserves zijn de uitgaven de komende jaren hoger dan de inkomsten. Om dit verschil te financieren moeten leningen worden aangetrokken waardoor de rentelasten toenemen. Voor 2026 e.v. houden we rekening met een gemiddeld rentepercentage van 3,25% op nieuw aan te trekken leningen. Omdat de daadwerkelijke ontwikkeling van de rente altijd een onzekere factor is hebben we hieronder een positief scenario (rente wordt lager dan verwacht) en een negatief scenario (rente wordt hoger dan verwacht) weergegeven. Positief scenario: Rente vanaf 2026 1% lager dan geraamd
Negatief scenario: Rente vanaf 2026 1% hoger dan geraamd
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
22. | Verstrekte leningen en gemeentegaranties | Laag | I | 23.095 | Gewijzigd | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Om haar maatschappelijke doelstellingen te realiseren kiest de gemeente er soms voor om leningen en/of gemeentegaranties te verstrekken aan partners in de stad. Dit gebeurt altijd uit hoofde van de publieke taak (Wet Fido). Het verstekken van leningen en garanties brengt voor de gemeente risico’s met zich mee. Zo kan uitgeleend geld niet terugkomen of kan er aanspraak op een gemeentegarantie worden gemaakt wanneer een tegenpartij in betalingsproblemen komt.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Algemene baten en lasten | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
23. | Cyberaanval | Hoog | I | Onbekend | Ongewijzigd | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Het risico op schade door een mogelijke cyberaanval neemt toe. Het Nationaal Cyber Security Centrum geeft aan dat voor overheden het risico op verstoring van de ICT als gevolg van een cyberaanval hoog is en verder toeneemt. Een incident van enige omvang brengt direct hoge schade met zich mee. Het is goed te beseffen dat we op het gebied van ICT-infrastructuur soms ook afhankelijk zijn van externe leveranciers en andere samenwerkingspartners waar het risico op een cyberaanval aanwezig is. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
24. | Stijgende energielasten gemeentelijke organisatie | Hoog | S | Onbekend | Gewijzigd | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De afgelopen jaren hebben de prijzen voor gas en elektriciteit grote fluctuaties gekend. Dit was mede onder invloed van internationale (politieke) ontwikkelingen die een groot effect op de energiemarkt hadden. Op dit moment lijkt er meer prijsstabiliteit te zijn wat we onder meer zien bij de inkopen die we op de energiemarkt doen voor onze gemeentelijke energiebehoeften. Extreme prijzen zoals die zich in 2022/2023 voordeden, zien we momenteel niet. De (blijvende) internationale onrust kan echter nog steeds sterke invloed hebben op de energieprijzen. Vandaar dat we dit risico vooralsnog handhaven. |