Vitale stad

Ruimte voor wonen, werken en mobiliteit

Wat gaat het kosten - financiën

Ruimte voor wonen, werken en mobiliteit x € 1.000

Realisatie 2024

Budget
2025

Budget
2026

Budget
2027

Budget
2028

Budget
2029

Lasten

50.714

103.535

86.686

87.509

98.694

80.171

Baten

-23.483

-58.161

-52.459

-55.671

-73.612

-45.473

Saldo van lasten en baten

27.232

45.374

34.227

31.838

25.081

34.698

Toevoeging reserves

14.062

13.258

39.138

24.916

23.746

20.028

Onttrekking reserves

-23.231

-36.096

-51.630

-34.119

-25.699

-29.345

Saldo reserves

-9.169

-22.839

-12.492

-9.204

-1.953

-9.317

Totaal

18.062

22.535

21.735

22.634

23.128

25.381

Herijkingen
(x € 1.000,-)

Begroting
2026

Begroting
2027

Begroting
2028

Begroting
2029

148. Invoering Wet regie Volkshuisvesting
(Formatieve consequenties: PM)

100 N

-

-

-

Naar verwachting treedt in 2025 de Wet regie Volkshuisvesting in werking. Daarnaast liggen er voorstellen voor de wijziging van de Huisvestingswet die hieraan is gerelateerd en voorschriften geeft over de voorrang voor woningzoekenden, die de gemeente aan aandachtsgroepen moet geven, mag geven of niet meer mag geven.  
Deze nieuwe wetgeving moet lokaal worden vertaald en onder andere worden verankerd in het volkshuisvestingsprogramma. Daarnaast moet op basis van deze wetgeving de Huisvestingsverordening worden aangepast. Om deze wijziging te borgen in de gemeentelijke organisatie, beleid en verordeningen is incidenteel capaciteit nodig. Voor de uitvoering van deze wettelijke taak worden vanuit het Rijk geen middelen beschikbaar gesteld.

149. Bijstelling kapitaallasten MJP

1.060 V
1.092 N

1.532 V
1.239 N

1.644 V
972 N

1.304 V
699 N

De kapitaallasten zijn meerjarig bijgesteld op grond van de overloop uit 2024, de geactualiseerde investeringsplanning en de toevoeging van de nieuwe jaarschijf 2029. Door verschuivingen in beschikbare kredieten verschuiven de kapitaallasten automatisch mee

150. Uitstel invoering Wet Kwaliteitsborging (Wkb)
(Formatieve consequenties: 3 fte (schaal 9)

283 N

283 N

-

-

De Wet kwaliteitsborging (Wkb) verschuift het bouwtoezicht naar de private sector, maar de invoering verloopt gefaseerd en is opnieuw uitgesteld. Verbouwingen in gevolgklasse 1 zouden per 1 januari 2025 onder de Wkb vallen, maar dit is uitgesteld tot een nader te bepalen datum. Tot die tijd blijft de gemeente verantwoordelijk voor het bouwtoezicht.
De Wkb brengt extra taken met zich mee waarvoor geen leges geheven mogen worden, zoals het beoordelen van bouwmeldingen, toezicht op projecten en het afhandelen van gereedmeldingen. Ook handhaving bij strijdigheden blijft een gemeentelijke taak. Voor 2025 zijn tijdelijke middelen beschikbaar, maar vanaf 2026 ontbreekt financiële dekking.
Toezicht op verbouwingen blijft noodzakelijk voor constructieve veiligheid, welstand en brandveiligheid. Momenteel zijn er voor 5,22 fte tijdelijke middelen beschikbaar, waarvan 3 fte actief zijn voor bouwtoezicht. Verdere afbouw van deze capaciteit is niet haalbaar, waardoor tijdelijke verlenging voor deze 3 fte wordt gevraagd. De totale kosten hiervoor bedragen € 283.000 per jaar.

151. Toerekening omslagrente

233 V
174 V

565 N
555 V

147 N
529 V

1.057 N
941 V

De rentelasten van de door de gemeente aangetrokken financiering wordt conform BBV toegerekend aan de velden. Voor een verdere toelichting zie programma Samen en Dichtbij, veld Financiering en algemene dekkingsmiddelen.

152. Bijstelling grondexploitatie

1.480 N
1.480 V

3.468 N
3.468 V

33.522 N
33.522 V

13.882 N
13.882 V

Voor de begroting 2026 zijn de grondexploitaties geactualiseerd (zie paragraaf Grondbeleid). Dit leidt tot mutaties in lasten- en batenramingen. Per saldo zijn de mutaties budgettair neutraal.

153. Reëel ramen aantal bestedingsrichtingen voormalige reserve Herstructurering Erfpachtomzettingen

1.400 V
1.400 N

Vanuit de voormalige reserve Herstructurering Erfpachtomzettingen, die is opgegaan in de reserve Fonds Stedelijke Ontwikkeling (FSO) zijn voor de Woonagenda de volgende bestedingsrichtingen opgenomen: Taskforce betaalbare huur, Stimulering huisvesting spoedzoekers en Datagestuurd en wijkgericht. De afgelopen jaren zijn hier nog niet veel uitgaven op gedaan, waardoor de middelen steeds werden doorgeschoven. Daarom worden in het kader van reëel ramen de lasten en baten voor deze bestedingsrichtingen uit de exploitatie gehaald. Een eventuele besteding kan altijd afzonderlijk worden getoetst aan de criteria van het Fonds Stedelijke Ontwikkeling en voor besluitvorming worden voorgelegd.  

154. Overige/administratieve bijstellingen

93 N

93 N

103 N

99 N

  • Herijking afschrijvingslasten Wagenmakerij (zie TR2025)

95 N

95 N

95 N

95 N

  • Indexatie investeringen Onderhoudsprojecten Openbare Ruimte

10 N

17 N

  • Vervallen incidentele middelen Wet betaalbare huur (GF)

11 V

  • Fasering reserve gebiedsparkeren Spoorzone

3.135 N
3.135 V

610 N
610 V

3.598 V
3.598 N

3 N
3 V

  • Invulling stelpost subsidiekorting (budgetneutraal)
    (zie §1.2 Taakstellingen en stelposten)

2 V

2 V

2 V

2 V

Beleidsvoorstellen
(x € 1.000,-)

Begroting
2026

Begroting
2027

Begroting
2028

Begroting
2029

155. Huurteam

180 N

180 N

180 N

180 N

We zijn in Tilburg gestart met het huurteam op 1 juli 2021 als pilot. De gemeenteraad en het college hebben het instrument Huurteam jaarlijks geëvalueerd. Het huurteam helpt huurders indien nodig en draagt bij aan een ordentelijke (kamer)verhuur, passend binnen de wet- en regelgeving. Het huurteam functioneert inmiddels 4 jaar en zowel huurders als verhuurders zijn positief over dit instrument.
We willen misstanden binnen de verhuurbranche zo snel mogelijk signaleren en liefst proberen te voorkomen in de toekomst. Het huurteam is hierbij een nuttig instrument gebleken en draagt bij aan onze beleidsdoelstelling weerbare branches als onderdeel van onze aanpak ondermijning.
De gemeenteraad heeft in de vergadering van 31 maart 2025 een motie aangenomen waarin wordt gevraagd een open aanbesteding uit te schrijven waarbij meerdere partijen de kans krijgen een bod te doen. Dit geldt voor de uitvoering van het huurteam voor een periode van 4 jaar, aansluitend op de huidige opdracht van Housing Aid. De verwachtte kosten bedragen € 180.000 per jaar.
De opdracht van Housing Aid loopt door tot 1 juli 2026 en hiervoor zijn incidentele middelen gereserveerd via de raadsbrief van 4 februari 2025. Daarin hebben wij u geïnformeerd over de verlenging van het huurteam tot 1 juli 2026 voor een bedrag van € 90.000. Dit bedrag maakt onderdeel uit van de gevraagde middelen voor 2026.

156. Herinrichten Truckparking Kraaiven

100 N

100 N

100 N

De herinrichting en aanpassing van de truckparking op bedrijventerrein Kraaiven is noodzakelijk om trucks en hun chauffeurs goed te faciliteren. Daarnaast dient de parking, binnen de brede opgave van revitalisering van het bedrijventerrein Kraaiven, als geschikte faciliteit voor vrachtwagens goed in de omgeving te passen, ook wat betreft duurzaamheid, veiligheid en klimaatadaptatie. Naast het vernieuwen en verduurzamen we deze truckparking zorgen we tevens voor adequaat beheer van het terrein.
In dit voorstel zijn de beheer- en kapitaallasten van een investeringskrediet van ruim € 1,8 miljoen opgenomen. Dit is gebaseerd op een indicatieve raming in afwachting van een nog op te stellen herinrichtingsplan. De hierbij behorende rentelasten worden betrokken bij de centrale rentebijstelling in de begroting.

157. Kapitaallasten Stedelijke Ontwikkeling

81 N

510 N

2.313 N

Wij hebben in de Perspectiefnota 2026 voorgesteld om vanaf 2027 een jaarlijks met € 1 miljoen oplopend budget voor kapitaallasten vrij te spelen ten behoeve van onze Stedelijke ontwikkelingsopgave. In deze begroting houden we rekening met de kapitaallasten behorende bij circa € 117 miljoen aan investeringsbudgetten voor o.a. de ontwikkelingen rondom de Westermarkt, Reitse Campus, Stappegoor en Trimodale haven Loven, waarvoor aan de raad nog kredieten worden gevraagd.
Voor een aantal investeringen die voortkomen uit de netwerkanalyse, HOV Spoorlaan/Hart van Brabantlaan, Burgemeester Brokxlaan, Ringbaan West (exclusief viaduct), flankerende maatregelen en het doortrekken van de Koningsoordlaan worden in deze begroting al voorbereidingskredieten gevraagd.
Om onze kapitaallasten zo goed mogelijk en reëel te kunnen ramen, nemen we eerst voorbereidingskredieten op en daarna uitvoeringskredieten. Het uitvoeren van investeringsprojecten beslaat soms meerdere jaren. In het jaar na gereedmelding boeken we dan het eerste jaar aan kapitaallasten, soms pas na enkele jaren.
De kapitaallasten op korte termijn zijn door onze systematiek van reëel ramen de eerste jaren beperkt van omvang en lager dan aangegeven in de Perspectiefnota. Uiteindelijk zullen de kapitaallasten voor deze investeringen van circa € 117 miljoen inclusief circa € 35 miljoen subsidie oplopen naar circa € 4,2 miljoen.
Op langere termijn zetten wij de reeks kapitaallasten van zowel de besloten als voorgenomen investeringen steeds af tegen het oplopende kapitaallastenbudget. Zo houden we de ontwikkeling van onze structurele kapitaallasten beheersbaar en voorspelbaar.

De kapitaallasten voor investeringen bestaan voor het grootste deel uit afschrijvingslasten. Omdat afschrijvingslasten geen geldelijke uitgaven (kasuitstroom) zijn, geeft deze manier van begroten jaarlijkse ruimte om schulden af te lossen. Dit heeft een positief effect op de ontwikkeling van de schulden. Voor de kapitaallasten die in deze begroting zijn opgenomen gaat het om een bedrag van circa € 1,7 miljoen per jaar vanaf 2029. Dit bedrag loopt verder op als investeringen verder in uitvoering komen.

Beleidsvoorstellen t.l.v. reserves en tarieven
(x € 1.000,-)

Begroting
2026

Begroting
2027

Begroting
2028

Begroting
2029

158. Tijdelijke aanhuur Boerke Mutsaers
t.l.v. reserve Incidentele Opgaven

60 N
60 V

Om invulling te geven aan de motie 136 In stand houden Boerke Mutsaers bij de behandeling van de Perspectiefnota 2026 is er een huurovereenkomst afgesloten met de eigenaar voor een periode van 12 maanden vanaf juli 2025. De huur en bijbehorende exploitatiekosten, zonder programmatische invulling, bedragen circa € 10.000 per maand. Voor 2026 is daarom € 60.000 benodigd, welke zal worden bekostigd uit de reserve incidentele opgaven. In het najaar geven we verdere invulling aan de opgave van tijdelijk gebruik van de locatie.

159. Programma-aanpak revitalisering bedrijventerreinen
t.l.v. Reserve fonds revitalisering bedrijventerreinen

1.400 N

1.400 V

600 N

600 V

Met de ingezette programma-aanpak revitalisering is er meer inzicht verkregen in het verdichtingspotentieel op de Tilburgse bedrijventerreinen en de mogelijkheden voor optimaler benutten van de werklocaties (in milieucategorie, modaliteiten, ruimtegebruik en stapelen van functies). Met succes, in totaal zijn we met meer dan de helft van de verdichtingsopgave van 600.000m2 BVO aan de slag. Kortom: we gaan van verkennen en onderzoeken inmiddels ook veel meer naar een fase van aanjagen en realiseren. Dat betekent ook dat we meer middelen willen aanspreken om deze realisatie ook verder vorm te geven. Daarmee doen we een hogere onttrekking uit het fonds revitalisering dan eerder ingeschat.
We zijn met de architectenpool concrete stappen aan het zetten samen met het bedrijfsleven om de verdichtingsopgave vorm te geven. De aanpak blijkt erg succesvol en willen we graag opschalen met een tiental extra casussen. We willen graag voorbeeldstellend aan tot maximaal 3 casussen bijdragen om desbetreffende ondernemers over de streep te trekken om het ontwerp daadwerkelijk uit te voeren. De vorm waarin we deze bijdrage willen doen moeten we nog nader uitwerken, maar hierbij valt bijvoorbeeld te denken aan een specifieke subsidieregeling. Voor de uitvoeringsprogramma’s die zijn voortgekomen uit ontwerpend onderzoek reserveren we eveneens middelen voor de realisatie, voor zover die nog niet uit andere middelen zijn gedekt. Naast inspireren hebben we inmiddels ook zicht op het in te zetten instrumentarium en de stappen die we moeten nemen om als gemeente actief te sturen op ontwikkeling. Onderdeel daarvan is het gesprek met Fujifilm over de economische en ruimtelijke doorontwikkeling van hun locatie. Mogelijke financiële impact van deze ontwikkeling wordt nog nader onderzocht. Dit alles vraagt om een robuust team van experts dat hierop in kan zetten en brengt een hogere capaciteitsvraag met zich mee. Dat geldt voor het extra inzetten van projectleiders, een kwartiermaker voor de uitvoeringsprogramma’s, en juridisch-planologische expertise.
Om voorgaande te realiseren is op basis van actuele inzichten en in aanvulling op de in de Programmabegroting opgenomen middelen in 2026 € 1,4 miljoen en in 2027 € 0,6 miljoen nodig. Deze middelen onttrekken we aan de reserve fonds revitalisering bedrijventerreinen.

160. Aanvulling reserve Fonds Stedelijke Ontwikkeling
t.l.v. Reserve Incidentele opgaven
t.l.v. Reserve Essent

Reservering resultaat jaarrekening
T.g.v. reserve Fonds Stedelijke Ontwikkeling

16.849 N

6.849 V
10.000 V

10.000 V
10.000 N

10.000 N

10.000 V

10.000 V
10.000 N

10.000 N

10.000 V

10.000 V
10.000 N

10.000 N

10.000 V

10.000 V
10.000 N

Wij hebben er in de perspectiefnota voor gekozen om vanaf 2026 jaarlijks € 10 miljoen in te zetten vanuit de reserve Essent als voeding voor het Fonds Stedelijke Ontwikkeling (FSO) ten behoeve van onze stedelijke ontwikkelingsopgave. Wij hebben er in de perspectiefnota ook voor gekozen om 50% van het jaarlijkse rekeningresultaat toe te voegen aan het FSO (in plaats van toevoeging aan de reserve Incidentele Opgaven). Het resterend jaarrekeningresultaat van 2024 na aanvulling van de algemene reserve is gestort in de reserve Incidentele opgaven en hiervan storten we € 6,849 miljoen in het FSO.
Gelet op afgelopen rekeningresultaten houden wij rekening met een jaarlijkse voeding van € 10 miljoen. Dit nemen we in het bestedingsplan op als een reservering. De daadwerkelijke storting zullen we verwerken bij de tussenrapportage volgend op het afgesloten boekjaar.

161. Rijksbijdrage (Spuk) Realisatiestimulans
t.g.v. reserve Fonds Stedelijke Ontwikkeling

5.250 V
5.250 N

5.833 V
5.833 N

6.417 V
6.417 N

7.000 V
7.000 N

De Realisatiestimulans is een rijksbijdrage die door het kabinet is aangekondigd en die gemeenten vanaf 2026 ontvangen voor iedere betaalbare woning waarvan de bouw start. Het basisbedrag bedraagt € 7.000 per woning (exclusief btw) en wordt uitgekeerd in het jaar na de bouwstart. De bijdrage is daarmee een beloning voor de geleverde prestatie en kent geen verantwoordingsverplichtingen; de inzet is immers al geleverd.
Het uitgangspunt is dat de middelen worden ingezet voor de woningbouwopgave. De opbrengst wordt daarom toegevoegd aan het Fonds Stedelijke Ontwikkeling. Een deel van de projecten valt buiten de regeling, omdat de Realisatiestimulans niet kan worden gecombineerd met eerder verkregen subsidies, zoals de Woningbouwimpuls of de Startbouwimpuls. Voor de prognose is rekening gehouden met deze beperking en met onzekerheden over de precieze definitie van ‘betaalbaar’.
Uitgaande van de lange termijn trend en de ambitie om toe te groeien naar 2.000 woningen per jaar, verwachten we dat circa 50% hiervan in aanmerking komt voor de Realisatiestimulans. De realisatiestimulans wordt jaarlijks uitgekeerd op basis van daadwerkelijk gerealiseerde woningbouw.

162. Programmakosten Kenniskwartier
Versterking uitvoeringsorganisatie
t.l.v. reserve Fonds Stedelijke Ontwikkeling
(Formatieve consequenties: 22 fte)

3.738 N
3.738 V

2.000 N
3.738 N
5.738 V

2.000 N
3.738 N
5.738 V

2.000 N
3.738 N
5.738 V

Jaarlijks worden er programmakosten gemaakt voor het Kenniskwartier die ten laste komen van het FSO. Hiermee wordt uitvoering gegeven aan onze ruimtelijke en maatschappelijke ambities en opgaven zoals vastgelegd in de gebiedsvisie Kenniskwartier. Deze kosten zijn geraamd voor de periode 2026 t/m 2029. We houden daarbij voor de komende jaren rekening met aanvullende middelen voor de uitvoerende capaciteit voor het programma Kenniskwartier. Dit omdat het gebied in uitvoering komt en meer deelgebieden (zoals benoemd in het omgevingsprogramma Kenniskwartier) in ontwikkeling komen. Dit is ook benodigd om versnelling te realiseren en onze afspraken met het Rijk na te komen.

163. Programmakosten overige gebiedsontwikkelingen
t.l.v. reserve Fonds Stedelijke Ontwikkeling

2.170 N
2.170 V

850 N
850 V

Voor de gebiedsontwikkelingen Tilburg Noord, Oostflank SRBT, Museumkwartier en Kennis-as worden programmakosten gemaakt die ten laste komen van het FSO.
Voor Noord betreft het kosten met betrekking tot Programma Noord: programmasturing, voorbereidingskosten raamwerk openbare ruimte, voorbereidingskosten visie wijkeconomie, voorbereidingskosten omgevingsprogramma, voorbereidingskosten kwaliteitskader en kosten van een omgevingsmanager.
Voor Oostflank SRBT betreft het programmakosten met betrekking tot project De Leemkuilen, werkbudget transitie landbouw, en kosten met betrekking kwaliteitstoetsing projecten Oostflank.
Voor het Museumkwartier betreft het programmakosten ter zake het aansluiten bij kansen voor verbeteren van routes en verbindingen dankzij initiatieven in het gebied, en het verder uitwerken van onderdelen van het basis mobiliteitsplan van het gehele Museumkwartier.

Voor de Spoorzone, als onderdeel van de Kennis-as hebben we concreet een broedplaats van innovatieve bedrijvigheid op weten te zetten. In de Economische strategie hebben we de ambitie geformuleerd om de Spoorzone door te ontwikkelen als concentratiegebied voor mensgerichte digitale technologie. Concreet willen we in dit innovatieve ecosysteem de samenwerking bevorderen van bedrijven en kennisinstellingen.

Voor het Kenniskwartier, als onderdeel van de Kennis-as, bouwen verder aan het innovatieve ecosysteem, van de universiteitscampus tot de Spoorzone. Hier bevinden zich  samenwerkende kennisinstellingen, studenten en innovatieve bedrijven in de nabijheid van experimenteeromgevingen en labs, werkplekken. Daarnaast is er in dit hoogstedelijke gebied ruimte voor detailhandel en horeca.

164. Visies en verkenningen
 t.l.v. reserve Fonds Stedelijke Ontwikkeling

835 N
835 V

Voor een aantal lopende en nieuwe opgaven is het nodig om, veelal in samenwerking met de omgeving en stakeholders, visies, verkenningen en (haalbaarheids-)onderzoeken af te ronden c.q. op te stellen. Het betreft in 2026 in elk geval kosten voor de volgende ontwikkelingen:
* Tilburg West: een ruimtelijke verkenning voor Tilburg West (buiten het Kenniskwartier) in het proces van de integrale gebiedsvisie voor Tilburg West;
* Tilburg Noord: een haalbaarheidsonderzoek inclusief ruimtelijke studie naar de transformatieopgave
Verdiplein. Een verkenning van de uitbreidingswens Verhalenhuis. De afronding van de haalbaarheidsfase voor Mascagni II;
* Groenewoud: een OV studie Zuid-Oost, nader onderzoek routes en verbinden Leijpark - Groenewoud, opstellen randvoorwaarden en uitgangspunten voor (particuliere) ontwikkellocaties, een visie Dr. Bloemenlaan e.o., en diverse verkenningen met betrekking tot Gebiedsperspectief Groenewoud;
* Oostflank SRBT: een haalbaarheidsonderzoek voor de dorpshartontwikkeling in Udenhout, een haalbaarheidsonderzoek voor de verplaatsing van de sportvelden in Udenhout, een haalbaarheidsonderzoek voor de dorpshartontwikkeling in Biezenmortel;
* Spoorzone: onderzocht wordt of de YPC kan worden herontwikkeld naar een (grotendeels) onderwijsfunctie. Daarnaast moet na het ambitieuze ontwerp voor de Koepelhal/Wagenmakerij in 2026 de volgende stap gezet worden;
* Oude Stad: actief bijdragen aan een goed ontwerpproces bij diverse initiatieven van derden die kunnen zorgen voor een kwaliteitssprong in de Oude Stad;
* Museumkwartier: onderzoeken van een programma van eisen voor een nieuwe actieve plek binnen het Wilhelminapark, de doorontwikkeling van de locatie politiekantoor inclusief creatieve broedplaats en actief aansluiten op vastgoedkansen middels private initiatieven;
* Kanaalzone: als basis voor deel B van de Omgevingsvisie (gebiedsuitwerking) wordt gewerkt aan visievorming gehele kanaalzone;
* CZ locatie Ringbaan West: vanwege mogelijke verhuizing CZ naar de Clarissentoren wordt onderzocht wat invulling van vrijkomende locatie kan zijn. Voorafgaand aan de Anterieure Overeenkomst is gemeentelijke inzet benodigd die niet geheel ten laste initiatiefnemer(s) gebracht kan worden
* Landgoederenzone SB013: op basis van de opgestelde Gebiedsbiografie met Transformatiekader kan gewerkt worden aan een visie voor de ontwikkelmogelijkheden binnen de landgoederenzone.
* Haalbaarheidsstudie Huis van jonge topsporters.
* Omgevingsvisie: afronding deel B omgevingsvisie

Voor deze bestedingsrichting is al € 1.520.000 geraamd binnen het fonds Stedelijke Ontwikkeling. Aanvullend hierop wordt voorgesteld om € 835.000 extra te onttrekken voor een totaalbedrag van € 2.355.000 en dit ten laste te brengen van het FSO.

165. Netwerkanalyse:
Onderzoek ongelijkvloerse kruising fietsverkeer
t.l.v. reserve Fonds Stedelijke Ontwikkeling

100 N
100 V

Wij starten in 2026 met onderzoek naar en voorbereiding van een aantal ongelijkvloerse kruisingen. De totale kosten van de aanleg van 1 ongelijkvloerse kruising ligt tussen de € 5 en € 10 miljoen.  
Hiervoor is een budget nodig van € 100.000 om in eerste instantie te onderzoeken welke kruisingen op welke plekken in onze stad nodig zijn en dit ten laste van het FSO te brengen.

Reservering
(x € 1.000,-)

Begroting
2026

Begroting
2027

Begroting
2028

Begroting
2029

Stedelijke Ontwikkeling

In het bestuursakkoord is aangegeven dat uitvoering wordt gegeven aan de ontwikkelingsstrategie wonen, waarbij prioriteit wordt gegeven aan de ontwikkeling van onze dorpen, het Kenniskwartier, de Binnenstad (inclusief Spoorzone, Piushaven, Stadsforum en Koningswei) en Stappegoor. We zetten niet alleen in op nieuwe ontwikkelingen maar gaan ook door met het verkennen hoe we o.a. in Noord, West en Zuid meer woningen kunnen toevoegen (verdichten) en hoe we de leefbaarheid, de voorzieningen en de kwaliteit van de leefomgeving kunnen verbeteren, zowel vanuit fysiek als sociaal oogpunt. Tot 2040 voegen we 25.000 duurzame en veelal betaalbare woningen toe, vooral binnen de bestaande stad. Deze forse groei van Tilburg vraagt ook om investeringen in meer maatschappelijke voorzieningen, investeringen in ons mobiliteitssysteem en investeringen in een prettige en gezonde leefomgeving met voldoende ruimte voor groen, ontmoeten en bewegen.
Veel van bovenstaande grote integrale gebiedsontwikkelingen zijn al in gang gezet. Dit zijn langjarige opgaven waarbij tot 2050 grote publieke investeringen nodig zijn. In deze begroting vragen we middelen voor de volgende ontwikkelingen:

166.Kenniskwartier
t.l.v. reserve Fonds Stedelijke Ontwikkeling

8.200 N
8.200 V

Het Kenniskwartier beogen we de komende jaren conform de door raad vastgestelde gebiedsvisie te gaan ontwikkelen. Ten behoeve van de ruimtelijke en programmatische samenhang is hiervoor dit jaar het omgevingsprogramma Kenniskwartier in de raad besproken en vastgesteld door het college.
Met het Rijk is afgesproken dat in het Kenniskwartier versneld woningbouw wordt gerealiseerd. We hebben eerder financiële toezeggingen van het Rijk gekregen voor infrastructuur- en gebiedsmaatregelen om de ontwikkeling van het Kenniskwartier als grootschalig woningbouwgebied mede mogelijk te maken. De komende periode verwachten wij hiervoor opnieuw middelen van het Rijk voor infrastructuur- en gebiedsmaatregelen onder voorwaarde dat, waar de Rijksregeling dit vraagt, er in cofinanciering wordt voorzien.
De deelontwikkelingen in het Kenniskwartier vragen om publieke investeringen die niet uit de grondopbrengsten of private ontwikkelingen gedekt kunnen worden. Hiervoor is al de eerdere financiering vanuit het Rijk meegenomen en zijn deels al middelen vrijgemaakt vanuit het FSO in de eerdere Programmabegrotingen. Daarnaast worden er programmakosten gemaakt die eveneens ten laste komen van het FSO (zie voorstel 162).
De publieke investeringen, op basis van het huidige omgevingsprogramma, zijn onderdeel van de geactualiseerde gebiedsexploitatie (businesscase). Hierin zijn onder meer de financiële consequenties van de vaststelling van de ontwikkel- en realisatieovereenkomst Westermarkt verwerkt. Daarnaast is rekening gehouden met de gevolgen voor de gebiedsexploitatie van de door de raad vastgestelde parkeerstrategie. 
In lijn met de financiële strategie uit de Perspectiefnota reserveren we voor de uitvoering van de projecten in de komende twee jaar middelen in het FSO voor de tekorten in de grondexploitaties en de faciliterende projecten. Deze middelen hebben betrekking op de Westermarkt en Reitse Campus waaronder ook de locatie van de sportvelden van TiU. In de programmabegroting 2024 en 2025 zijn reeds € 14,8 en € 20,8 miljoen gereserveerd, daaraan wordt met dit voorstel € 8,2 miljoen toegevoegd ter dekking van de tekorten op de grondexploitaties en faciliterende projecten. De investeringen in de openbare ruimte in deze gebieden worden gedekt uit de kapitaallasten voor grote stedelijke ontwikkelingen. Daarbij gaat het om een investeringsbedrag van € 33,9 miljoen. De budgettaire effecten zijn meegenomen bij het voorstel voor de kapitaallasten Stedelijke Ontwikkeling in deze begroting.
Zodra projecten in voorbereiding of uitvoering gaan wordt hiervoor separaat een voorstel aan de raad voorgelegd. Naar verwachting zal begin 2026 een voorstel aan de raad worden gedaan om de grondexploitatie voor de Westermarkt te openen en krediet te voteren. In deze begroting zijn de aanvullende middelen gereserveerd om hier de realisatie van woningen en de revitalisering mogelijk te maken en daarmee is er de dekking voor de Westermarkt. Dekking voor de realisatie van de ondergrondse parkeergarage bij de Westermarkt is onderdeel van de vastgestelde parkeerstrategie.
Ook voor de periode na 2027 zullen er middelen gereserveerd moeten worden. Hiervoor worden in het kader van volgende programmabegrotingen opnieuw voorstellen gedaan.

167. Stappegoor
t.l.v. reserve Fonds Stedelijke Ontwikkeling

10.000 N
10.000 V

De raad heeft op 30 juni 2025 ingestemd met de  plannen voor het gehele gebied en de deelgebieden Stappegoorpark, Sport- en Onderwijscampus. In de bijlagen bij deze voorstellen is een financieel totaaloverzicht opgenomen. Hieruit blijkt dat de komende jaren € 21,3 miljoen aan aanvullende dekking nodig is.
De uitwerking van de verschillende deelprojecten wordt, inclusief kredietvoorstellen, afzonderlijk aan de raad voorgelegd. In deze begroting reserveren we hiervoor de benodigde middelen. Conform de financiële strategie dekken we investeringen zoveel mogelijk via kapitaallasten. In de besluitvorming over de afzonderlijke projecten wordt uitgewerkt in hoeverre dit bij de gebiedsontwikkeling Stappegoor mogelijk is.
Concreet reserveren we € 10 miljoen in het Fonds Stedelijke Ontwikkeling en € 11,3 miljoen via kapitaallasten binnen Stedelijke Ontwikkeling in deze begroting.

168. Spoorzone
t.l.v. reserve Fonds Stedelijke Ontwikkeling

3.000 N
3.000 V

Er is een architectencombinatie geselecteerd voor de ontwikkeling Koepelhal-Wagenmakerij in de Spoorzone. Op basis van het gemaakte schetsvoorstel zal een nadere haalbaarheidsvisie en uiteindelijk ook een voorlopig en definitief ontwerp worden opgesteld. De ontwikkelaar SDK is verantwoordelijk voor de opstalontwikkeling van de woningbouwopgave. De gemeente is verantwoordelijk voor de nieuwe evenementenvoorziening in de Koepelhal en Wagenmakerij en herbestemming van erfgoed. In 2026 zal - voor het opstellen van een voorlopig en definitief ontwerp van het gemeentelijke deel - een voorbereidingskrediet worden aangevraagd. De voorbereidingskosten van de architecten en alle andere adviseurskosten voor de integrale gemeentelijke opgave van het project zijn nu ingeschat op € 3 miljoen. Op basis van de ontwerpen en bijbehorende investeringsramingen zal een voorstel voor dekking van de benodigde investering in de integrale ontwikkeling worden voorgelegd voordat er een uitvoeringskrediet wordt aangevraagd. Indien er op grond van de studies voor wordt gekozen om geen uitvoeringskrediet aan te vragen, dan moeten deze kosten incidenteel gedekt worden. Voor deze voorbereidingskosten wordt daarom een reservering in het FSO gemaakt.

Samen met Fontys verkennen we de mogelijkheden om (delen van) de onderwijsgebouwen van de locatie Stappegoor te verplaatsen naar de Spoorzone, met name de Young Professional Campus. Daarmee maken we ruimte voor de geambieerde ontwikkelingen binnen Stappegoor en bieden we Fontys kansen voor een toekomstige verbetering van hun onderwijskundige bedrijfsvoering samengaand met een impuls voor de levendigheid en gevarieerdheid van de Spoorzone. Het is niet uitgesloten dat voor deze verplaatsing ook een financiële bijdrage vanuit de gemeente benodigd is, waarover we op korte termijn meer duidelijkheid verwachten te krijgen.

169. Optimalisatie Wilhelminakanaal Kraaiven -Loven t.l.v. reserve Fonds Stedelijke Ontwikkeling

3.000 N
3.000 V

3.090 N
3.090 V

De opgave om het Wilhelminakanaal toekomstbestendig in te richten door scheepvaartklasse IV mogelijk te maken wordt door twee projecten vorm gegeven. Project herbouw van Sluis II (incl. aanpassingen aan het kanaal tussen Sluis II en Sluis III) en Optimalisatie van het Wilhelminakanaal tussen Kraaiven en Loven.
Met de ondertekening van de bestuursovereenkomst voor de herbouw van Sluis II in maart ’25 is een belangrijke, randvoorwaardelijke stap gezet in deze ontwikkeling. Voor het navolgende traject van het kanaal tussen Kraaiven en Loven worden op dit moment afspraken gemaakt met provincie en Rijk over de financiering. Bij het bestuurlijk overleg Meerjarenprogramma Infrastructuur Ruimte en Transport (MIRT) in november zullen deze afspraken bekrachtigd worden, waarna op basis van de aanvullende middelen in deze begroting een uitvoeringskrediet aan uw raad zal worden voorgelegd, naar verwachting in december 2025.  
Onderdeel van de financiële afspraken met provincie en Rijk is het instellen van een fonds voor watergebonden en -verbonden bedrijvigheid. De noodzakelijke middelen voor dit fonds (€ 5,0 miljoen) worden in deze begroting hieronder gepresenteerd.
De trimodale ontwikkeling in haven Loven is randvoorwaardelijk voor de optimalisatie van dit deel van het kanaal, ter verantwoording van de maatschappelijke kosten die worden gemaakt.

170. Programma Revitalisering: Fondsvorming watergebonden en -verbonden bedrijvigheid
t.l.v. reserve Fonds Stedelijke Ontwikkeling

5.000 N

5.000 V

Het sturen op een beter gebruik van het kanaal is voor de toekomstbestendigheid van de Tilburgse bedrijventerreinen en de Brabantse economie van groot belang. Met een fonds kunnen gemeente en provincie een meer sturende rol innemen. Dit is passend binnen de ambities van het werklocatiebeleid “Toekomstbestendige werklocaties’ en de programma-aanpak revitaliseren bedrijventerreinen.
Het niet benutten van het kanaal remt de ontwikkeling van een duurzame, circulaire economie, waarin multimodale logistiek en gedeelde stromen van energie, warmte, afval en goederen een centrale en faciliterende rol vervullen voor onder andere hoogwaardige maakindustrie, die we juist ook in het Tilburgse willen stimuleren. Een bijdrage aan een regionaal fonds herstructurering gericht op watergebonden en -verbonden bedrijvigheid, is randvoorwaardelijk voor de afspraken die nu uitgewerkt worden met provincie Noord-Brabant en ministerie van Infrastructuur en Waterstaat voor optimalisatie van het Wilhelminakanaal en daarmee samenhangend Trimodaal Loven.

171. Uitwerking dekking binnen projecten
t.l.v. reserve Fonds Stedelijke Ontwikkeling
Parkeerhub Noord
t.g.v. reserve Fonds Stedelijke Ontwikkeling
Stappegoor-Curlinghof-Appenijnenhof
t.g.v. reserve Fonds Stedelijke Ontwikkeling

40.000 N
40.000 V
4.450 V
4.450 N
9.400 V
9.400 N

In de programmabegroting 2025 hebben we voorgesteld (NB 186) om op zoek te gaan naar dekking ter hoogte van € 40 miljoen binnen projecten. Deze dekking zochten we o.a. binnen andere beleidsvelden, de nieuwe parkeerstrategie en bijdragen vanuit het Rijk, de provincie Noord-Brabant en Europa.
Inmiddels is de nieuwe parkeerstrategie uitgewerkt. De gereserveerde bedragen voor parkeren in programmabegroting 2025 voor parkeerhub Noord (voorstel NB 180) en Stappegoor-Curlinghof-Appenijnenhof (voorstel NB 184) zijn daarom niet meer nodig.
Dan resteert er nog een te realiseren dekking van € 26,15 miljoen. We hebben in deze begroting rekening gehouden met een te verwachten rijksbijdrage in het kader van de Realisatiestimulans van € 24,55 miljoen voor de periode tot en met 2029. We nemen in de programmabegroting 2027 een aanvullend bedrag op van € 7 miljoen voor de jaarschijf 2030.
Daarmee is de opgave van € 40 miljoen gerealiseerd.

172. Trimodale Haven Loven
t.g.v. reserve Fonds Stedelijke Ontwikkeling

2.500 V
2.500 N

In de programmabegroting 2024 is in het FSO € 2,5 miljoen gereserveerd. Aangezien dit project een infrastructureel project betreft dat geactiveerd zal worden, wordt de dekking van het gehele project gereserveerd in het kapitaallastenbudget Stedelijke Ontwikkeling. De reservering in het FSO kan daardoor vrijvallen.
Er zijn 2 kansrijke varianten in beeld voor aanpassing weginfra (kruispunt Bechtweg – Nederlandweg- Zuiderkruisweg). De kosten voor deze varianten zijn geraamd op ca. € 5,8 miljoen, waarvan ca.€ 1,3 miljoen voorbereidingskosten zijn. De voorbereidingen voor deze infra projecten dienen in 2026 te starten. Uitvoering staat gepland in 2028 en/of 2029. Voor dit project is de realisatie van het project Optimalisatie Wilhelminakanaal Kraaiven-Loven randvoorwaardelijk.

Deze pagina is gebouwd op 10/09/2025 13:33:14 met de export van 10/09/2025 13:26:39